Recensie Rüdiger Safranski - Tijd
Alles goed met jou? Ja hoor, maar ’t is DRUK, zeg!
Voor een moderne westerling lijkt dit wel een standaard begroeting. We plannen maar al te vaak onze agenda stampvol, zonder ook eens echt tijd ‘voor onszelf’ te maken. We zijn gebonden aan drukke tijdschema’s om ons publieke en professionele leven te regelen, en trekken die lijn ook verder in ons persoonlijke leven. Hoe vaak voelen we ons niet onrustig en opgejaagd, en lijkt de tijd ons in te halen?
Als we willen filosoferen over de tijd, dan is de Duitse filosoof Safranski de ideale insteek. Safranski is vooral bekend van zijn monografieën over Goethe, Schiller, Heidegger (Sein und Zeit), Nietzsche en Schopenhauer. In zijn laatste boek Tijd, gooit hij het over een andere boeg en reflecteert Safranski over de versnelling van de tijdsbeleving. Er is nood aan een nieuwe ‘tijdspolitiek’. Want, zo waarschuwt Safranski, we gaan onszelf alleen maar meer ‘kwijtraken’, als we niet met z’n allen het roer omgooien. Het is als sinds de 19de eeuw dat maatschappelijke ontwikkelingen zoals de industrialisering, de mechanisering, de globalisering van smaken en gewoontes, de sociale mediatisering, enz…. onze levenskwaliteit hebben vervlakt. Safranski haalt er vele filosofen zoals Augustinus (354-430), Henri Bergson (1859-1941) of Martin Heidegger (1889-1976) bij om ons op mystieke, romantische, fenomenologische of existentiële wijze de ontreddering van de tijd aan te tonen.
Kijk maar eens naar de impact van facebook of twitter. Continu komen er, van over de hele wereld, prikkels op ons af. Safranski spreekt over een wereldomspannende gelijktijdigheid die onder andere door de media tot stand is gekomen en hoe we op dit ogenblik ons in een soort van latente hysterie bevinden. Goethe benoemde het fenomeen al in de 18de eeuw in zijn Wilhelm Meisters Lehrjahre:
"De mens is geboren voor een beperkte situatie. Eenvoudige, dichtbije, duidelijke doelen kan hij begrijpen, en hij went zich aan de middelen te gebruiken die hem meteen ten dienste staan. Maar zodra hij iets groters te maken krijgt, weet hij niet wat hij wil of wat hij moet doen, en het maakt niet uit of hij door de veelheid van dingen zich niet meer kan concentreren of dat hij door de grootte en de waarde van de dingen het contact met zichzelf kwijtraakt."
De snelheid van prikkels waarmee we overstelpt worden is onmogelijk voor ons om te verwerken. We zijn gewend en verslaafd geworden aan sensaties en verlangen een steeds hogere dosis opwinding... Het gevolg? We worden gevoelloos en stompen af. Volgens Safranski is deze versnelling van de maatschappij dan ook onhoudbaar.
Safranski omschrijft vervolgens ook de huidige economische crisis en bankencrisis als een duidelijk gevolg van het verkeerd omgaan met tijd. Net als de bergen afval die zich overal ter wereld aan het opstapelen zijn, hebben banken jarenlang ook de termijnen voor het aflossen van kredieten opgestapeld en naar de toekomst doorgeschoven. Eens moest zich dit gaan wreken. Benieuwd wanneer de bergen afval zich zullen wreken? Het is slechts een kwestie van tijd, een tijd die we niet onder ogen willen zijn.
Want “Tijd is geld”, zeggen we vaak. Er is geen tijd te verliezen, en ondertussen laten ons volledig leiden door een tijdslogica die we onszelf hebben opgelegd. We ver-ding-lijken de tijd en laten onze (bepertke) levenstijd omzetten in machinetijd (zoals treintijden, ingestelde alarmklokken of prikklokken op het werk). Een organische en intuïtieve omgang met tijd is dan ook volledig uit den boze sinds de industriële revolutie!
Er is dus een revolutie nodig die ‘de eigen tijd chronologisch, cultureel en economisch voldoende bescherming en ontplooiingsmogelijkheden biedt’. Met deze stelling werpt Safranski zich op als activist en pleit hij voor een terugkeer naar een religieuze, bijna mystieke zingeving. Hij vindt dat we terug moeten nadenken over onze eigen tijd, over de dood en de eeuwigheid. We moeten ‘tijd nemen’ om de hectische samenleving achter ons te laten.
Maar hoe kan men überhaupt ook over tijd nadenken? Proberen we de tijd voor te stellen, dan lijkt het ons te ontglippen en zijn er tijdens dat denken weer heel wat kostbare minuten of uren weggetikt… Als object is de tijd simpelweg niet te vatten, stelt Safranski. We moeten streven naar een tijdsbeleving dat zich niet laat dicteren door de wijzers van de klokken en niet proberen de tijd te ‘exploiteren’. Laten we ruimte maken voor onze ‘eigen’ tijd.