Een muzikale fietsreis in Tsjechië
Tsjechië! Wat een land!
Deze zomer maakten we een fietsreis van Salzburg naar Praag. Na twee dagen de bergen van Oostenrijk getrotseerd te hebben (gelukkig vooral bergaf), bevonden we ons vanaf de derde dag in het land van Antonín Dvořák en Bedřich Smetana!
Ik kon het niet nalaten de plekken op te zoeken die componisten zoals Dvořák en Smetana inspireerden, want hun muziek drukt de liefde uit voor hun vaderland, haar natuur, haar geschiedenis en haar talrijke legenden. Het ultieme voorbeeld is de Vltava (De Moldau) zelf.
Vertrekkend vanaf het Lipno-meer volgden we tijdens onze fietsreis deze grootste rivier van Tsjechië helemaal tot in Praag. Prachtige boslandschappen en oneindig grote weilanden wisselden af met pittoreske stadjes zoals Český Krumlov (de stad van schilder Egon Schiele) die dankzij UNESCO hun middeleeuwse karakter behouden hebben.
De ongereptheid is prachtig. Er voeren amper boten op de rivier, wat de kans geeft om in alle rust écht te genieten van de uitzichten. En of je het nu wilt of niet, met de rivier zo naast je kan je niet anders dan denken aan de beroemde melodie van Smetana in zijn symfonisch gedicht De Moldau uit 1874. Iedereen heeft gegarandeerd ergens wel de melodie al eens gehoord… behalve de componist zelf, straf genoeg. Smetana werd in 1874 geplaagd door ernstige hoofdpijnen die de voorbode waren van wat misschien wel het ergste is dat een componist of muzikant kan overkomen: hij verloor zijn gehoor. Bij het schrijven van Vltava (De Moldau) was Smetana, net als Beethoven, stokdoof. Het enigste wat hem nog rust kon brengen waren zijn wandelingen naast de Moldau.
Al fietsend kwamen we ook andere plekken tegen die Smetana inspireerden. Éen van de eerste onvergetelijke plaatsen die we in Tsjechië bezochten was het magistrale oude klooster van de stad Vyšši Brod. De stad zelf bruiste van kajakkers die er met honderden vertrekken, terwijl in het klooster de tijd al honderd jaar leek stil te staan.
Om tot bij de stad en het klooster te geraken trotseerden we de zogenaamde Čertova stěna, ook wel de „Duivelsmuur“ genoemd. Volgens de legende wilde de duivel door de steile rotsen de Moldau omleiden om zo de plaats waar het klooster werd gebouwd onder te laten stromen. De indruk die de natuurpracht en het klooster op ons nalieten, moet ook Smetana van zijn sokken geblazen hebben. Het werd de perfecte locatie voor het plot van zijn opera Čertova stěna.
Onderweg weken we van de Moldau af voor een bezoek aan de stad Tábor, genoemd naar de Taborberg in Israël (de berg waar Jezus volgens het Nieuwe Testament van gedaante verwisselde). Niet zozeer de stad werd door Smetana in muziek verklankt, maar wel het moment dat de Hussieten nog voor het ontstaan van Tábor zelf boven op de berg hun burcht op leven en dood verdedigen. In Smetana’s orkestwerk, uit dezelfde bundel als Vltava, weerklinkt hun geloof in God en in de goede afloop, hun vurige gebeden, de spanning voor de strijd en de strijd zelf die helaas uitmondt in een nederlaag. En zoals de naam van de stad al doet vermoeden, het was pas na een stevige bergop dat we al fietsend in deze 14de-eeuwse stad toekwamen, die nog niets van zijn charme en authenticiteit verloren heeft. Met de muziek van Smetana in gedachten, wordt het plots duidelijk waarom de componist zo trots was op de verwezenlijkingen van zijn voorgangers.
Eenzelfde trots is te horen in het eerste deel van Smetana’s bundel, Vyšehrad (Het Hoge Kasteel). Dat kasteel Vyšehrad lag op het einde van onze fietsreis met eindhalte Praag. De kasteelwallen bieden een prachtig uitzicht over Praag en de Moldau… en brachten ons ook dicht bij Antonín Dvořák, want het is hier dat hij begraven ligt, naast het idyllisch kerkje in het kasteelpark.
In Praag zelf ging ik verder op zoek naar Dvořák, de componist die de Tsjechische muziek op de wereldkaart zetten met onder andere zijn Pianokwintet of zijn Dumky-Trio. Ook al is het niet zo groot, toch is het Antonín Dvořák Museum een absolute aanrader.
Wist je bovendien dat er bijna dagelijks concerten gegeven worden in het concertzaaltje op de eerste verdieping? Ik had pech, net die dag was er geen concert. Dus kroop ik zelf maar even achter de piano in het mooie decor.
Op een uitgebreide toeristische programmatie na, zijn er in de zomermaanden minder concerten. Maar als je tijdens het culturele seizoen in Praag vertoeft, moet je zeker het Rudolfinum met de enorme Dvořák Concertzaal aandoen. Hun programmatie is fantastisch. En na een mooi concert met muziek van Dvořák, kan je buiten de componist meteen groeten. Hij heeft er een statige plek gekregen, net tegenover de concertzaal, vlakbij de oever van de Moldau.
De stad is prachtig. Je geraakt nooit uitgekeken op haar prachtige art-deco- en art-nouveaugebouwen van het begin van de vorige eeuw. Je kan er uren kuieren langs gezellige straatjes, de lekkerste ijsjes eten en toffe plekjes ontdekken.
In de benedenstad heb je de concerthuizen, het gezellige Mucha Museum en de bekende astronomische uurwerk. Maar het is zeker ook de moeite om de Moldau over te steken, via de drukke Karlův most of Karelsbrug, vol straatartiesten en schilders. Aan de overkant start een klim naar het kasteel, de kathedraal en opnieuw de mooiste uitzichten. Maar ook ontdekte ik bovendien dat het aan deze kant van Praag is dat de meeste artiesten verbleven zoals Bohuslav Martinů of Franz Kafka.
Wat een mooie herinneringen, die ik een van de komende seizoenen zeker weer tot leven zal brengen van achter mijn piano. Want de Pianosonate van Martinů en de diverse Humoresken van Dvořák staan ondertussen op mijn verlanglijst om in de toekomst te spelen. Hou alvast de kalender in de gaten!