Het Venetiaans Gondellied van Mendelssohn
Elke componist heeft zo zijn eigen levenswerk, en dat is wat de bundel Lieder ohne Worte (“Liederen zonder woorden”) voor componist Felix Mendelssohn Bartholdy is. Meer dan 13 jaar lang, tussen 1832 en 1845) blijft hij werkjes toevoegen aan zijn verzameling pianowerken van acht delen (op. 19, 30, 38, 53, 62, 67, 85, 102). En het zouden er misschien nog meer kunnen geweest zijn als hij ons niet onverwachts in 1827 zou verlaten door een hersenbloeding.
De titel doet het al vermoeden, de Lieder ohne Worte zijn uiterst romantische en melodieuze pianowerken waaraan er geen zanger aan te pas komt. Zelfs al tijdens Mendelssohns leven waren deze korte, relatief eenvoudige werkjes heel populair zowel bij zijn leerlingen, als bij amateur- en professionele pianisten. Een van de meest bekende werkjes komt uit het tweede deel van de bundel, op. 30: het Venetiaans Gondellied. Mendelssohn is er een meester in om onze verbeelding aan het spreken. In dit dromerige werkje neemt de componist ons mee naar het kabbelende water van de Venetiaanse kanalen. Al na enkele noten wanen we ons in het zuiderse Italië.